Voordat je wist
Voordat,
voordat je dacht,
voordat je wist,
voordat je een doel had,
was er leven,
was je leven,
was je alles,
zonder doel,
zonder weten,
zonder denken,
zonder.
Niets is verdwenen. Er is een gedachte bijgekomen, een weten, misschien zelfs een doel, maar niets is ooit verdwenen. Dat wat je was is er, altijd, verstopt onder je agenda.
Je hoeft niets te overwinnen, niets op te lossen, niets te repareren. Dat wat gebroken lijkt was nooit jou, hooguit een jas die je beschermt tegen de kou.
En al die tijd ben jij hier, precies waar je nu bent. Midden in het leven klopt jouw hart, adem je, kijk je, zie ik jou. Adembenemend.