Het leven van alledag, de wereld om ons heen, slingert ons soms heen en weer, van hoop naar twijfel, van zekerheid naar onzekerheid. Die wirwar aan bewegingen nodigt me uit te herkennen hoe ik wel in deze wereld ben, maar niet van de wereld. Want als ik van de wereld ben, beïnvloedt de wereld mij, ben ik slachtoffer van het reilen en zijlen, de ups en downs van de dualiteit van de aarde.
In het besef in, maar niet van de wereld te zijn, zit de herkenning dat waar ik vandaan kom oneindig is. Geboren uit oneindigheid, uit stilte, uit dat wat altijd heel is, ben ik een tijdelijke bezoeker. Dit de reis is die ik nu maak, het avontuur dat ik nu beleef, maar niet mijn thuis. Ik loop over deze brug, zonder er een huis op te hoeven bouwen.
Nieuwsgierig geworden?
Ontvang gratis een hoofdstuk uit 'Donker, de ongeziene kant van heel zijn'
Overigens bedoel ik niet alleen de letterlijke wereld om me heen, buiten mij als persoon, maar ook mijn lichaam, mijn gedachtes en gevoelens. Wat ik denk, wat ik weet, mijn oordelen en overtuigingen zijn allemaal tijdelijk. Ze sterven als mijn lichaam sterft, bestonden nog niet toen ik geboren werd, maar ontstonden pas later.
Als zelfs mijn gedachtes van deze wereld zijn, hoef ik ze dus ook niet te veranderen. Ze zijn er, maar ik ben er niet afhankelijk van. Zelfs de meest sceptische gedachtes, het willen begrijpen en controleren, mogen er zijn, geen van die gedachtes is wat ik ben. Ze komen en gaan, zoals alles in het leven komt en gaat. Alles wat een begin en einde heeft, is tijdelijk van aard, niet eeuwig.
Wat ik ben, wat jij bent, wat we zijn, is ongeboren, oneindig, onsterfelijk. Ons lichaam vergaat op een dag, toch kunnen we onmogelijk vergaan. Het valt niet te begrijpen, niet te bewijzen, uit te leggen of op te schrijven. Iets in ons weet, iets herkent dat de wereld van praktisch, van regels, afspraken en weten, niet werkelijk ons thuis is.
Leef het leven helemaal, je staat niet los van de wereld, maar er middenin. Voel de modder tussen je tenen, de wind in je haren, het vuur dat in je brandt. Alles mag er zijn, elk gevoel, elke gedachte, elke beweging. Je hoeft je niet kleiner te maken dan je bent, angst kan je onmogelijk vernietigen, kwetsbaarheid je niet breken.
Vuur kan me niet verbranden, ik ben de bron die dat vuur aanstak. Water kan me niet nat maken, ik ben de oceaan zelf. Wind kan me niet drogen, ik ben noch nat, noch droog. Ik ben alles wat verandert, maar verander zelf nooit.
(vrij naar Bhagavad Gita vers 2:23)
Vanuit dat weten, van hart tot hart, kijk ik ernaar uit je te ontmoeten, wanneer of waar dan ook.
Hartegroet,
Joris
Je bent van harte welkom voor een coaching sessie. Voel je vrij om contact op te nemen als je vragen hebt..
Lees ook eens 'Stonehenge, of hoe mezelf klein maak'.